Congolese crisis eist zware tol

25 januari 2008 (MO/IPS) - De humanitaire crisis in de Democratische Republiek Congo (DRC) heeft sinds 1998 aan 5,4 miljoen mensen het leven gekost. Het dodental stijgt maandelijks met 45.000. Bovendien blijft de kinder- en moedersterfte een enorm probleem: elk jaar sterven er ongeveer 620.000 kinderen voor hun vijfde levensjaar. Unicef vraagt minister van Ontwikkelingssamenwerking Charles Michel om het nieuwe vredesakkoord in het land op te volgen.

Ondanks het feit dat de oorlog van 1998-2000 in 2002 officieel beëindigd werd met een vredesakkoord, sterven er jaarlijks nog steeds 500.000 mensen aan de gevolgen van het aanslepend geweld in het oosten van het land. Slechts 0,4 procent van de 5,4 miljoen mensen die sinds 1998 het leven lieten, zijn slachtoffers van rechtstreeks geweld.

De meesten onder hen stierven aan gemakkelijk te voorkomen en geneeslijke ziekten zoals malaria, diarree, longontsteking en ondervoeding. Het gebrek aan gezondheidszorg en de ellendige economische toestand, zijn gevolgen van de oorlog die tot op vandaag een hoge tol eisen.

Kinder- en moedersterfte

Uit cijfers van het VN-kinderfonds Unicef blijkt vooral de kinder- en moedersterfte een enorm probleem te zijn. Het land heeft het op twee na hoogste kindersterftecijfer ter wereld. Elk jaar sterven er ongeveer 620.000 kinderen voor hun vijfde levensjaar. Bijna 23 procent van de sterfgevallen vinden plaats in de eerste levensmaand, 63 procent in het eerste levensjaar. De meeste kinderen sterven aan de gevolgen van malaria, mazelen, diarree of ademhalingsinfecties.

Kivu

De Belgische minister van Ontwikkelingssamenwerking, Charles Michel, is door Unicef gevraagd om het vredesakkoord tussen de strijdende partijen in Noord-Kivu op te volgen. Het kwam deze week tot een staakt-het-vuren dat een einde moet maken aan maanden van gevechten tussen het Congolese leger, de soldaten van rebellenleider Nkunda, lokale Mai-Maimilities en Rwandese Huturebellen.

Door het geweld in Kivu alleen zijn zeker al 800.000 Congolezen op de dool. Minister Michel bezocht tijdens zijn reis naar Congo een opvangkamp in Buhimba, één van de vier ‘officiële’ kampementen rond Goma. In Buhimba zitten minstens 16.400 ontheemden. De rieten hutjes zijn er bedekt met een plastic zeil en geregistreerde bewoners krijgen water, eten en medicijnen. Een minderheid van de kinderen kan er ook naar school.

Horror

'De situatie van vrouwen en meisjes in de Kivu is de uiterste horror', zei Michel na zijn bezoek aan Goma. 'Erger is er niet'. In het vluchtelingenkamp kreeg hij onder meer verhalen te horen over vaders die gedwongen werden hun eigen dochters te verkrachten. Minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht omschreef verleden week de situatie in Oost-Congo als minstens zo erg als in Darfoer en gebruikte de term 'seksuele genocide'.

'Het systematische geweld tegen vrouwen komt van alle strijdende partijen en gaat zelfs verder dan verkrachting', zei de minister achteraf tegen MO*.


Geen opmerkingen: